De allegorie van de grot in twee minuten. Er is trouwens een open element: die mensen die over dat pad lopen, doen die gewoon hun dagelijkse dingen, of voeren ze een spel op?
In de originele tekst van Plato gebeurt het allebei. Als er een spel is, dan is de vraag: wie zijn die echte figuren en wie zet ze voor ons op? Het staat in verbinding met de oude schaduwspelen van Griekenland (Thaumatopoioi), die dezelfde oorsprong hadden als de schaduwspelen van Java en Bali (Wajang). In Thailand is precies dezelfde traditie te vinden in het zuiden (Nang Talung). Het idee van de oorspronkelijke schaduwspelen was dat van hindoe-goden die zich manifesteren in de zichtbare wereld.
Als er geen spel is, dan is de opzet van de allegorie minstens even diepzinnig. Je kunt je dan afvragen of die echte wereld ons wel iets te melden heeft. We staan er met de rug naartoe, het zijn volledig verschillende niveaus die langs elkaar heen lopen. Beide poppetjes zijn echt blij, maar ze zullen elkaars blijdschap nooit begrijpen.
De grote vraag, de open vraag is natuurlijk: wat is die echte wereld?Twee interpretaties: de eerste is die van de spirituele wereld. De algemene aanname in de oudheid was dat wij nu in de onderwereld verblijven. We zijn gevangen in een wereld van materie; met om ons heen een meer spirituele wereld. Het idee is: we zien die wereld niet, maar hij is er wel. Dat is waar we vandaan komen, waar we naar terugkeren, en waar onze geest onsterfelijk is. Die persoon aan de ketting zijn wij.
Het idee van lijden door hechting aan materie, het idee van de asceten, monniken. Denk aan India, maar je vindt het ook terug in Europa in de Middeleeuwen.
Mensen denken soms dat dit een soort self-fulfulling prophecy is: dat het idee van een spirituele wereld alleen geaccepteerd kan worden door mensen die uit zichzelf iets hebben met spiritualiteit. Niet helemaal waar: wie rationeel een beetje vat krijgt op het bedrog van de laatste eeuwen, moet al gauw toegeven: angst voor de dood is hét ultieme controlemiddel. Er is behoorlijk ingezet op het idee dat we geen tijd te verliezen hebben.
Een andere interpretatie van de grot is die van de matrix. Die gaat niet over leven na de dood, maar over systemen in het alledaagse leven waar je ogenschijnlijk niet van los komt. Het maakt het leven schijnbaar makkelijk, maar het is vals. Zo'n matrix bestaat op alle niveaus.
De meest bekende is je oom die net even weg is op het moment dat Sinterklaas binnenkomt. Hé, wacht eens even... wacht eens even... zou het ... De magie is weg, maar dan ook voorgoed, wil je dat wel?
We kunnen vervolgens eindeloos doorgaan; er doemen altijd weer nieuwe systemen op van mensen die een bepaalde waan hooghouden. Sommige mensen zeggen: wie niet gaat stemmen, moet niet gaan klagen. Het klinkt leuk, maar de echte vraag blijft natuurlijk: mensen via een stem aan macht helpen, bestaat zoiets eigenlijk wel? Of willen we graag dat het bestaat? Een systeem dat onmogelijk kan doen wat het beoogt te doen, doet dat misschien iets heel anders?
Maar nog belangrijker is waarschijnlijk: niemand kent zijn eigen kettingen, dus wie ben jij om te oordelen over de ketting van een ander.
Philip K. Dick (1928-1982) is een schrijver van science-fiction waarin er altijd weer een nieuw systeem is. Hij was in de jaren '50, '60 en '70 behoorlijk goed op de hoogte van bepaalde plannen, dingen die ons voorstellingsvermogen ver voorbij gaan. Tegelijkertijd zocht hij de vrijheid om ideeën uit te werken in de wereld van fictie. Het kan niet anders of hij is de inspiratiebron geweest voor de makers van The Matrix (1999): het uitgangspunt is - je hele leven is virtuele werkelijkheid en vakkundige simulatie; in de echte wereld ben je enkel een batterij.
Films die direct op zijn werk zijn gebaseerd zijn: Blade Runner, Screamers (menselijke replica's), Total Recall (geïmplanteerde herinneringen), Next (vals spel met precognitie), Minority Report (een wereld zonder misdaad, met computers die telkens voortijdig ingrijpen), en The island (gekloonde mensen die dienen als verzameling reserve-onderdelen).
Voor esoterische onderzoekers is het werk van Philip K Dick essentieel; met name Valis (1981) wordt het laatste decennium pas op waarde geschat. Over de deceptie van tijd. Ik zeg essentieel, maar kennelijk zit ik zelf nog te veel vastgeklonken aan tijd om het volgende fragment te begrijpen.
"Er is één verstand, maar het openbaart zich onder twee principes. Het verstand laat het licht binnen, dan het donker, en uit de interactie komt tijd voort. Uiteindelijk laat het verstand het licht overwinnen, tijd stopt, en het verstand is compleet. Het laat dingen er anders uitzien waardoor het lijkt alsof er tijd is verstreken."
Uit: Valis
"Volgens mij werken die man en die hond samen." |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten